dinsdag 29 september 2015

Hoe organiseren we NME centra anno nu en meer nog: anno morgen?


In een inspirerende omgeving van De Helderse Vallei in Den Helder kwamen op 27 en 28 augustus zo'n 20 leidinggevenden van NME centra in Nederland bijeen. Georganiseerd door en vergezeld van enkele bestuursleden van GDO bogen zij zich over grootse uitdagingen en vraagstukken in de sector. Niet eerder in mijn betrokkenheid met GDO voelde ik zo'n groot urgentiebesef en draagvlak om er samen de schouders onder te zetten.

Terwijl vrijwel elk NME centrum te maken heeft met vraagstukken rond bezuiniging of verzelfstandiging, zien we juist de rol, het belang en toegevoegde waarde van die centra groeien. De vraag dringt zich op of overheden, maatschappelijke initiatieven en de doelgroep dat ook zien én hoe we onze rol pakken en positie behouden in alle veranderingen om ons heen. Vitale onderwerpen zoals energie, afval, water, klimaatverandering vragen om het (nog) meer betrekken van de samenleving, gedragsverandering en vooral samenwerking.

Bedrijfsmodellen
In een aantal workshops hebben we ons gebogen over deze uitdagingen. Om te beginnen hebben we stil gestaan bij onder andere veranderende bedrijfsmodellen en financieringsstromen. Hoe organiseren we NME centra anno nu en meer nog: anno morgen?
Steeds vaker zien we burgerinitiatieven ontstaan binnen ons werkveld en worstelt de overheid hoe daar mee om te gaan. Wij hebben een unieke positie om ons te verstaan en te verbinden tot die initiatieven, zonder het van ze over te nemen of ze in de wielen te rijden. Met instrumenten als de 'Maatschappelijke AEX' (MAEX) gaan we de komende periode nader onderzoeken hoe we die belangrijke verbinding gaan vormgeven.

Netwerkend werken
Het besef groeit dat we voor vrijwel elke opgave verbindingen aan moeten gaan met andere (netwerk)partijen. Niet alleen om belanghebbenden te betrekken, maar juist ook omdat het collectieve verantwoordelijkheidsbesef tot groter resultaat leidt. Maar hoe doe je dat, netwerkend werken? Zeker binnen snelle ontwikkelingen, tijdelijke of gelegenheidscoalities of nieuwe netwerkpartners is het niet eenvoudig om de juiste rol in te nemen. Voor NME is een belangrijke verbindende rol weggelegd. Tijdens de workshop zijn ervaringen en ideeën uitgewisseld.

Doorbraak
Roel van Raaij, ministerie van EZ heeft ons nog meegenomen in zijn visie rond duurzaam onderwijs. Gesteund door een aantal onderzoeksrapporten is het helder gebleken dat duurzaamheid slechts marginaal aandacht krijgt binnen het curriculum. Ministeries rollen over elkaar heen als het gaat om nut en noodzaak en de vrijheid die het onderwijs heeft. Er moet echter wel een doorbraak komen. Uitdagingen te over dus!
Een buitengewoon boeiende tweedaagse, waarbij alle deelnemers zeer enthousiast waren. Dit moeten we vaker doen, heb ik veel gehoord. We leren veel van elkaar en hebben een beter beeld van onze gezamenlijke opgaven. Er zal dan ook zeker gehoor gegeven worden aan deze oproep.




Henk Mirck,
wethouder Zwijndrecht,
voorzitter Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling 


h.mirck@zwijndrecht.nl
@HenkMirck

dinsdag 30 juni 2015

Bouwen aan een duurzaam NME netwerk: laat de beste maïs ruimschoots groeien over heel Nederland!

Vanwege de superbe kwaliteit van de maïs die hij teelde, won een boer alle prijzen die het Ministerie van Landbouw van zijn land te vergeven had. Nieuwsgierig geworden reisde een journalist af naar de plek waar de man woonde. Hij was van plan een uitvoerig artikel te schrijven waarin hij het geheim van de zo succesvolle boer zou ontrafelen. Daar aangekomen vroeg hij de boer hoe hij het klaarspeelde om zulke goede maïs te telen. “Heel simpel” was het antwoord, “na afloop van de oogst houd ik een flink deel van de maïs apart en geef dat als zaaigoed aan mijn buren”. De journalist reageerde verbaasd: “maar geeft u die goede maïs echt weg? Het mogen dan wel buren zijn, maar het zijn toch ook gewoon concurrenten?” “Het één kan niet zonder het ander, het is één geheel, of ziet u dat niet?” zei de boer. “In de lente neemt de wind het stuifmeel mee en blaast het alle kanten op. Als mijn buren iets slechts zaaien, heeft dat gevolgen voor mijn oogst. Om het beste product van de streek te kunnen hebben, moet ik ervoor zorgen dat de kwaliteit van de maïs van mijn buren dezelfde is – en ook blijft – als die van mij. Ik kan in het leven niets goeds tot stand brengen, als ik anderen niet stimuleer hetzelfde te doen.”
Uit Het beste landbouwproduct (Paulo Coelho) 

In veel gemeenten, steden en dorpen, zijn ze er. Een ontmoetingscentrum middenin een mooie groene plek, die fungeert als een oase en beleef- en leeromgeving voor kinderen en de volwassenen die met hen meekomen. Iedereen vindt het belangrijk om in de natuur te verblijven en erover te leren, als je er direct naar vraagt. Wij zijn immers natuur!

Wij NME'ers staan voor een uitdaging. Hoe te bereiken dat het we transformeren naar netwerkend werken, zodat milieueducatie/-communicatie echt van, voor en met de stad of het dorp wordt?

In veel gemeenten zijn er geen centra meer. Want het is immers geen gemeentelijke kerntaak; dit is toch iets voor het onderwijs? Of een eigen verantwoordelijkheid van ouders; zij voeden de kinderen op. De overheid bemoeit zich al veel te veel met de persoonlijke levenssfeer van mensen, toch? Wat een fte kost dat en… is dit eigenlijk wel van deze tijd? Deze vragen leven bij veel raadsleden/gemeenten.

Wij hebben de taak hier een goed antwoord op te geven. Enerzijds te laten zien wat we doen en wat daarvan de effecten zijn. En anderzijds om dit op een andere manier te gaan doen; want het onderwijs bedienen en een boerderij beheren sec is inderdaad niet een “taak van de gemeente”. Wij kunnen echter een grote rol spelen bij de uitvoering van milieubeleid van het bestuur van de gemeente, “met voor en door de inwoners, bedrijven/scholen” en daar zit dus nu de uitdaging. Want geen gemeente kan de ambities, die Urgenda zelfs nog aan de matige kant vindt, zelf uitvoeren.  Daar heb je voor nodig educatie, communicatie en het netwerkend werken; wat wij goed kunnen!

We weten het: de juiste verbindingen leggen en fungeren als “duurzame makelaar”. Vrijwilligers doen al enorm veel binnen een gemeente en ook binnen en rondom onze centra, juist omdat ze door ons worden ondersteund. Wij zijn goed, en steeds beter, in het makelen en verbinden op het gebied van duurzaamheid in de breedste zin des woords. De scholen adviseren, ondersteunen en faciliteren, zodat ze volwaardige burgers op kunnen leiden. Het helpen de schoolomgeving te vergroenen, en ons ook te richten op VO, MBO en BSO; de volwassenen liften daarin gewoon mee. Klimaatdoelstellingen realiseren, de plasticsoep te verminderen. Een grote rol binnen de nieuwe/circulaire economie.

Het feit dat we onderweg zijn, betekent niet dat waar we nu staan fout is. Soms wordt dat zo gevoeld (is het nu allemaal fout wat we deden?). Het betekent wel dat we moeten blijven bewegen. Onszelf bekwamen in educatie/communicatie hoeft niet meer. Maar juist de uitbouw naar het netwerkend werken, het fungeren als Duurzame Makelaar/verbinder. Het Duurzaamheidscentrum van de gemeente en de gemeenschap!

 Ik heb een voorstel! Wij – als hoofden en senioren binnen de centra – kunnen ons gedragen als de boer die maïs teelt; we delen ruimschoots in onze ervaringen bij onze zoektocht en successen en tips natuurlijk! Zodat de beste maïs ruimschoots zal groeien over heel Nederland! Ik wens jullie en mijzelf een heel goede en vruchtbare dag toe!

*Carla van Dorp- Emmink, directeur CNME Amersfoort, sprak deze tekst uit tijdens netwerkontmoeting op 20 april 2015 georganiseerd vanuit de Gemeenten voor Duurzame Ontwikkeling (GDO) en de kerngroep hoofden Natuur- en Milieu Educatie.